De Nationale Klimaatcommissie keurt geen enkele projectactiviteit goed als ze niet beantwoordt aan ten minste de volgende criteria:

Goedkeuringscriteria

  1. de projectactiviteit draagt effectief bij tot de verwezenlijking van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van het vooropgestelde gastland;
  2. voor de financiering van de overwogen projectactiviteit wordt geen officiële ontwikkelingshulp gebruikt, in het kader van de regels die vastgelegd zijn binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en overeenkomstig de beslissingen van de raad van bestuur, opgericht op grond van artikel 12 van het Protocol van Kyoto, en van het Comité van toezicht, opgericht op grond van artikel 6 van het Protocol van Kyoto;
  3. de deelname van personen aan een projectactiviteit moet stroken met de desbetreffende richtsnoeren, uitvoeringsmodaliteiten en procedures overeenkomstig het UNFCCC en het Protocol van Kyoto;
  4. de overwogen projectactiviteit heeft geen invloed op het vermogen van België om zijn verplichtingen na te komen, aangegaan in het kader van andere internationale overeenkomsten, in het bijzonder voor het behoud van de biodiversiteit, de bestrijding van de woestijnvorming en de afbraak van de ozonlaag;
  5. de overwogen projectactiviteit brengt noch rechtstreeks noch onrechtstreeks significante schade toe aan het leefmilieu of aan de gezondheid van de bevolking van een andere Staat dan het land waarin de uitvoering ervan wordt overwogen;
  6. de overwogen projectactiviteit mag geen schade berokkenen aan de belangen van België in het kader van zijn diplomatieke of militaire optreden;
  7. voor elke JI-projectactiviteit moeten het referentieniveau en het monitoring plan opgesteld worden volgens de richtsnoeren uit de uitvoeringsbesluiten van het UNFCCC of het Protocol van Kyoto, en worden ze geverifieerd door een geaccrediteerde onafhankelijke entiteit. Voor projectactiviteiten die overwogen worden op het grondgebied van de Europese Unie of in landen die een toetredingsverdrag met de Europese Unie hebben ondertekend, moet het referentieniveau volledig voldoen aan het communautair acquis, met inbegrip van de tijdelijke ontheffingen als bepaald in dat toetredingsverdrag;
  8. bij een projectactiviteit voor de opwekking van waterkracht, met een opwekkingsvermogen van meer dan 20 MW, moet de projectactiviteit voldoen aan de desbetreffende internationale normen en richtsnoeren, onder meer die welke deel uitmaken van het in 2000 uitgebrachte verslag van de Wereldcommissie stuwdammen: “Dams and Development - A new Framework for Decision-Making”.

Goedkeuringsprocedure

Indienen verzoek

Iedereen die een projectactiviteit wil uitvoeren, die onder de bevoegdheid van de Nationale Klimaatcommissie valt, moet een verzoek tot goedkeuring richten aan de Nationale Klimaatcommissie.

De regels voor het indienen van het verzoek tot goedkeuring, de inhoud van het verzoek en de bij te voegen documenten werden vastgelegd door de Nationale Klimaatcommissie:

De documenten moeten in het Nederlands, Frans of Engels opgesteld zijn. Als dat niet het geval is, moet door een beëdigd vertaler een vertaling in een van die talen  worden bijgevoegd.

Een verzoek tot goedkeuring van een projectactiviteit moet zowel elektronisch als schriftelijk worden ingediend bij het Permanent Secretariaat van de Nationale Klimaatcommissie: zie Contact

De aanvrager dient een vergoeding van 364 euro te betalen voor elk verzoek tot goedkeuring van een projectactiviteit. Deze vergoeding dient betaald te worden via overschrijving op het rekeningnummer van de Nationale Klimaatcommissie.

Indien de Nationale Klimaatcommissie de vergoeding niet heeft ontvangen bij ontvangst van het verzoek tot goedkeuring van de projectactiviteit, zal de Nationale Klimaatcommissie een tijdslimiet voor betaling vaststellen en ter kennis brengen van de aanvrager. Indien de vergoeding niet is betaald voor het vervallen van de tijdslimiet, zal het verzoek tot goedkeuring van de projectactiviteit niet worden behandeld.

CDM-projectactiviteit

Een verzoek tot goedkeuring van een CDM-projectactiviteit moet minstens de volgende documenten bevatten:

  1. het projectontwerpdocument van de projectactiviteit zoals publiek beschikbaar gemaakt via het secretariaat van het UNFCCC;
  2. een verklaring van de aanvrager dat de deelname aan de projectactiviteit in overeenstemming is met de richtsnoeren, uitvoeringsvoorwaarden en procedures overeenkomstig het UNFCCC, het Protocol van Kyoto en de toepasselijke Belgische regelgeving. Voor het opmaken van deze verklaring wordt gebruik gemaakt van het formulier dat de Nationale Klimaatcommissie ter beschikking stelt;
  3. de goedkeuringsbrief afgeleverd door de aangewezen nationale autoriteit van het gastland;
  4. het validatierapport van de projectactiviteit, zoals publiek beschikbaar gemaakt via het secretariaat van het UNFCCC of, als het rapport nog niet publiek beschikbaar is, een voorlopige versie ervan;
  5. een kopie van een geldig identificatiebewijs als de aanvrager een natuurlijk persoon is; het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen, of, bij gebreke daaraan, een extract uit een handelsregister of een gelijkwaardig document als de aanvrager een rechtspersoon is;
  6. een schriftelijke verklaring van alle projectdeelnemers, waarin ze bevestigen dat de aanvrager aan de lijst van de projectdeelnemers uit het projectontwerpdocument zal worden toegevoegd, als de aanvrager in het projectontwerpdocument niet als projectdeelnemer voorkomt.

JI 'track 1'-projectactiviteit

Een verzoek tot goedkeuring van een JI 'track 1'-projectactiviteit dient minstens de volgende documenten te bevatten:

  1. de goedkeuringsbrief afgeleverd door het aanspreekpunt van het gastland;
  2. de documentatie die aan de basis ligt van de goedkeuring van de JI-projectactiviteit door het gastland, overeenkomstig de relevante nationale richtsnoeren van het gastland;
  3. een verklaring van de aanvrager dat de deelname aan de projectactiviteit in overeenstemming is met de richtsnoeren, uitvoeringsvoorwaarden en procedures overeenkomstig het UNFCCC, het Protocol van Kyoto en de toepasselijke Belgische regelgeving. Voor het opmaken van deze verklaring wordt gebruik gemaakt van het formulier dat de Nationale Klimaatcommissie ter beschikking stelt;
  4. een kopie van een geldig identificatiebewijs als de aanvrager een natuurlijk persoon is; het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen of bij gebreke daaraan, een  extract uit een handelsregister of een gelijkwaardig document als de aanvrager een rechtspersoon is;
  5. een schriftelijke verklaring van alle projectdeelnemers, waarin ze ermee instemmen dat de aanvrager projectdeelnemer wordt, indien de aanvrager nog niet gemachtigd werd om deel te nemen aan de JI-projectactiviteit.

JI 'track 2'-projectactiviteit

Een verzoek tot goedkeuring van een JI 'track 2'-projectactiviteit moet minstens de volgende documenten bevatten:

  1. het projectontwerpdocument zoals publiek beschikbaar gemaakt via het secretariaat van het UNFCCC ;
  2. een verklaring van de aanvrager dat de deelname aan de projectactiviteit in overeenstemming is met de richtsnoeren, uitvoeringsvoorwaarden en procedures overeenkomstig het UNFCCC, het Protocol van Kyoto en de toepasselijke Belgische regelgeving. Voor het opmaken van deze verklaring wordt gebruik gemaakt van het formulier dat de Nationale Klimaatcommissie ter beschikking stelt;
  3. de goedkeuringsbrief afgeleverd door het aanspreekpunt van het gastland;
  4. het determinatierapport van de projectactiviteit, zoals publiek beschikbaar gemaakt via het secretariaat van het UNFCCC of, als het rapport nog niet beschikbaar is, een voorlopige versie ervan;
  5. een kopie van een geldig identificatiebewijs als de aanvrager een natuurlijk persoon is; het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen of, bij gebreke daaraan, een extract uit een handelsregister of een gelijkwaardig document als de aanvrager een rechtspersoon is;
  6. een schriftelijke verklaring van alle projectdeelnemers, waarin ze bevestigen dat de aanvrager aan de lijst van de projectdeelnemers uit het projectontwerpdocument zal worden toegevoegd, als de aanvrager in het projectontwerpdocument niet als projectdeelnemer voorkomt.

Waterkrachtprojecten van meer dan 20 MW

Conform de bepalingen in artikel 8, 8° en artikel 9, §3, 2° van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake de uitvoering van sommige bepalingen van het Protocol van Kyoto, dient in het verzoek tot goedkeuring voor waterkrachtprojecten van meer dan 20 MW bijkomend een conformiteitsrapport ter beoordeling van de toepassing van artikel 11 b (6) van de Richtlijn 2003/87/EG zoals gewijzigd door Richtlijn 2004/101/EG ingediend te worden.

Het conformiteitsrapport moet gevalideerd worden door een aangewezen operationele entiteit (DOE) of een geaccrediteerde onafhankelijke entiteit (AIE) die vergund is voor die bepaalde sectoriële toepassing.

De uiteindelijke beslissing of het project al dan niet conform artikel 11b(3) is, ligt bij de Nationale Klimaatcommissie (zie verder "Behandeling verzoek").

Voor meer informatie met betrekking tot dit conformiteitsrapport wordt verwezen naar de richtsnoeren voor een gemeenschappelijk begrip van artikel 11b(6) van Richtlijn 2003/87/EG zoals gewijzigd door Richtlijn 2004/101/EG en de website van de Europese Commissie.

Behandeling verzoek

Het verzoek tot goedkeuring wordt als volgt behandeld:

  • het permanent Secretariaat van de Nationale Klimaatcommissie bevestigt de ontvangst van het verzoek tot goedkeuring en brengt de termijnen voor de procedure ter kennis van de aanvrager;
  • de Nationale Klimaatcommissie gaat na of het verzoek tot goedkeuring volledig is. Als ze van oordeel is dat ze over alle nodige elementen beschikt om een beslissing te kunnen nemen, brengt ze de aanvrager hiervan op de hoogte en behandelt ze het dossier. Als ze dat nuttig acht, mag ze de aanvrager op elk moment aanvullende inlichtingen vragen of documenten die nodig zijn om het dossier te behandelen, in welk geval de termijn, verlengd wordt met twee maanden.

De Nationale Klimaatcommissie spreekt zich uit binnen een termijn van vier maanden na kennisgeving. Als er binnen bovenvermelde termijn geen beslissing is genomen, wordt de projectactiviteit als goedgekeurd beschouwd.

Als de Nationale Klimaatcommissie de projectactiviteit weigert goed te keuren, neemt ze de redenen voor die weigering op in haar beslissing. Het permanent Secretariaat stelt de aanvrager in kennis van die beslissing per aangetekende zending tegen ontvangstbewijs.

De beslissing van de Nationale Klimaatcommissie is een individuele beslissing waartegen binnen 60 dagen, te rekenen vanaf de datum van de kennisgeving ervan, bij de Raad van State een annulatieberoep kan worden ingesteld.